Sinterklaasrecht?! – deel II
Door: mr. Mirto F. Murray
Het fenomeen Sinterklaas blijft tot de verbeelding spreken – en de correlatie met het recht is er bepaald niet minder om geworden. Twee jaar geleden schreef ik in deze krant over de wonderlijke raakvlakken tussen de Goedheiligman en de rechtspraak. Inmiddels blijkt dat de Sint, ondanks zijn gevorderde leeftijd, juridisch springlevend is gebleven.
Pepernoten, protesten en procedurele perikelen
Wie dacht dat de Sint alleen over daken gaat, vergist zich. In Nederland heeft hij zich de afgelopen jaren via de rechtbank naar binnen weten te schuiven – vaak in de context van zijn trouwe, soms omstreden, gevolg. Zo moest een rechter in 2022 opnieuw oordelen over de vraag of bij een Sinterklaasintocht uitsluitend roetveegpieten mochten optreden. De discussie over de kleur van de pieten kreeg er een procedureel staartje bij: demonstranten, burgemeesters en veiligheidscoördinatoren stonden tegenover elkaar. De rechter probeerde te laveren tussen vrijheid van meningsuiting en openbare orde en oordeelde dat het feestje van de Sint geen vrijbrief is voor chaos aan de kade.
In een heel ander dossier verschenen pepernoten in menig proces-verbaal. Een jeugdige overmoedige gooiactie mondde uit in een strafzaak, toen een auto werd geraakt en beschadigd. De rechter toonde begrip voor de speelsheid van het seizoen, maar benadrukte dat ook tijdens de komst van de Goedheiligman de verkeersregels blijven gelden. Pepernoten horen in de lucht, niet op andermans motorkap.
En dan was er nog een geschil over de handel in pepernoten – of beter gezegd: over het recht om die naam te gebruiken. Een winkelketen die zichzelf “Pepernuts” noemde, vond de concurrentie iets te gretig in het kopiëren van het concept. De rechter mocht bepalen waar het onderscheid lag tussen merkbescherming en algemene feestvreugde. De uitkomst? Pepernoten blijven van iedereen, maar een formule kan wél worden beschermd als die voldoende eigen karakter heeft.
Van goedheiligman tot goedgelovige
Zelfs de Hoge Raad liet de Goedheiligman niet ongenoemd. In een uitspraak van 2020 werd de term “goedheiligman” letterlijk in de motivering genoemd – niet omdat de Sint daar persoonlijk terechtstond, maar als illustratie van hoe diep zijn figuur in het Nederlandse taal- en rechtsbewustzijn is verankerd. Juridisch relevant was het nauwelijks, maar symbolisch des te meer: Sinterklaas is cultureel erfgoed, ook in juridische zin. Soms duikt hij op in de schaduw van zijn eigen goedgelovigheid. Een consument die dacht “rechtstreeks van de Sint” te bestellen via een webshop, bleek slachtoffer van een handige oplichter die cadeaus incasseerde maar nooit bezorgde. De rechter merkte fijntjes op dat wie zich beroept op de Goedheiligman, ook diens eerlijkheid in acht behoort te nemen. De nep-Sinterklaas moest niet alleen het geld terugbetalen, maar kreeg er nog een werkstraf bij – wellicht als tijd om eens écht cadeautjes uit te delen.
Auteursrecht, intochten en andere heilige huisjes
De creatieve kant van het Sinterklaasfeest zorgt eveneens voor juridische spanning. Zo speelde in Den Haag eerder een zaak over een illustratie van de Sint op zijn paard, die zonder toestemming op cadeaupapier werd gebruikt. De rechter vond dat de afbeelding – met zijn karakteristieke baard, licht voorovergebogen houding en sierlijke staf – een “persoonlijk stempel van de maker” droeg. Het bedrijf dat de illustratie had overgenomen, moest stoppen met de verkoop en een schadevergoeding betalen. Zelfs de mijter kent dus intellectuele eigendomsrechten.
Ook lokale overheden kregen hun portie Sinterklaasrecht. In een recente procedure ging het niet om de figuur zelf, maar om de veiligheid van zijn intocht. Gemeenten worstelen met het spanningsveld tussen traditie en toezicht. De rechtbank benadrukte dat de Sint welkom blijft, mits hij zijn boot tijdig aanmeldt en de kade niet tot juridische stormvloed leidt.
Geen Caribische Sint, wel Sint-echo’s
In de Caribische delen van het Koninkrijk is het de laatste jaren opvallend stil gebleven rond de Sint in juridische zin. Er zijn geen gepubliceerde uitspraken meer waarin zijn naam opduikt – wat wellicht bewijst dat de Antilliaanse versie van het feest in pais en vree verloopt. Toch blijft het een intrigerende gedachte: hoe zou een Caribische rechter oordelen over de aansprakelijkheid van een Sint die per jetski arriveert en onderweg een speedboot schampt? Of over de vraag of pieten recht hebben op airco tijdens tropische intochten?
De kans is klein dat zulke zaken de rol van het Gerecht halen, maar de gedachte alleen al laat zien dat de Goedheiligman ook hier deel is van de juridische verbeelding. En dat is misschien maar goed ook: er is in het Caribisch recht genoeg ernst zonder dat we de Sint erbij hoeven te betrekken.
Tot besluit
Het blijft bijzonder hoe zelfs een kindervriend met mijter en staf zijn weg naar de rechtbank weet te vinden. Van protesterende pieten en rondvliegende pepernoten tot webshops vol nepcadeaus – de Sint houdt de toga’s bezig.
Wie meer wil weten over de herkomst van Sinterklaas en zijn eerdere juridische escapades, verwijs ik graag naar mijn artikel van twee jaar geleden. Voor nu volsta ik met de geruststellende constatering dat zelfs de Goedheiligman niet boven de wet staat – al zou hij, als iemand, best een uitzondering verdienen.
Een vrolijk, rechtmatig en juridisch ongestoord Sinterklaasfeest gewenst!